FIGUREN "F3C" FIGUREN

Algemeen:
·
·
Piloot staat met zijn rug naar de jury in de piloten cirkel
Piloot mag maximaal 5 meter aan de rechter of linker zijde van de piloten cirkel staan, piloot
moet voldoende afstand houden van vliegend model en er geldt een punt aftrek van 1 punt.
·
Vliegrichtingen is vrij te bepalen door piloot.

1. Zweefvlucht Zijwaarts Links-Rechts.(K1)

C-01
Hover figuur:
Het model stijgt verticaal op van het centrale helipad tot ooghoogte en stopt. Verplaatst zich
vervolgens zijwaarts naar links of rechts met de neus in dezelfde richting tot boven de zijlijn van het
vierkant en stopt 2 seconden. Vliegt zijwaarts naar rechts tot boven de tegenoverliggende zijlijn van
het vierkant en stopt 2 seconden. Vliegt zijwaarts terug tot boven het centrale helipad en stopt 2
seconden. Daalt daarna verticaal en landt in het centrale helipad.
Bij alle stops dient men 2 seconden te hoveren.

2. Diagonaal Hover.(K1)

C-02
Hover figuur:
Het model stijgt verticaal op van het centrale helipad tot ooghoogte en stopt. Verplaatst zich
vervolgens diagonaal over het veld met de neus in dezelfde richting. De diagonaal kan naar alle vier
de hoeken aangevangen worden. Het model vliegt tot boven de hoekvlag en stopt. Vliegt vervolgens
horizontaal in tegengestelde richting tot boven de diagonaal geplaatste hoekvlag en stopt. Vliegt
vervolgens horizontaal terug tot boven het centrale helipad en stopt, waarna vervolgens verticaal
geland wordt in het centrale helipad.
Bij alle stops dient men 2 seconden te hoveren.

3. Staande figuur M (tail in)(K1)

C-03
Hover figuur:

De helikopter stijgt tail-in op tot 2 meter hoogte en stopt. Hierna hovert de helikopter zijwaarts tot
boven de vlag en stopt, Hierna stijgt het model 2 meter en stopt. Hierna diagonaal afdalen tot 2 meter
boven de landingscirkel en stopt. Daarna weer 2 meter diagonaal opstijgen tot boven de
tegenoverliggende vlag en stopt. Daarna recht afdalen tot 2 meter en stopt. Daarna terug hoveren tot
boven de landingscirkel en stopt. Daarna landt de helikopter .
Bij alle stops dient men 2 seconden te hoveren.

4. Geschoven 8 Hover.(K1)

C-04
Hover figuur:
De deelnemer moet minimaal 2 meter achter het buitenste heli pad staan. Het model stijgt verticaal
op tot ooghoogte en stopt. Het model vliegt vervolgens horizontaal op ooghoogte voor- of achteruit
en beschrijft een cirkel links of rechtsom, waarbij de neus van het model in de richting blijft waarmee
het de figuur is aangevangen. De cirkel heeft een diameter van 10 meter en loopt over de twee
vlaggen aan een kant van het vierkant en eindigt boven het centrale heli pad. Zonder snelheid te
verminderen vliegt het model door en maakt een cirkel in de andere richting, waarbij het model over
de twee andere vlaggen vliegt en terugkeert tot boven het centrale helipad en stopt. Vervolgens wordt
verticaal geland in het centrale helipad.
Bij alle stops dient men 2 seconden te hoveren.

5 .Gevlogen cirkel.(alle varianten) (K1)

C-05
Hover figuur:
Op deze wijze van uitvoering kan de deelnemer geen positie innemen binnen de te vliegen cirkel
(veiligheid).
Het model stijgt verticaal op tot ooghoogte en stopt. Het model vliegt dan zijwaarts naar links of
rechts en vliegt een cirkel met een diameter van 10 meter over de achterste vlaggen. Hierbij houdt
het een constante hoogte aan en houdt de neus steeds in de dezelfde richting als waarin het
opgestegen is totdat het terugkeert naar het beginpunt boven het centrale helipad en stopt waarna het
verticaal landt in het centrale helipad.
Bij alle stops dient men 2 seconden te hoveren.

6 .High Hat.(K1.5)

C-06
Hover figuur:
De helikopter start het figuur buiten het vierkant en hovert side in op 2 meter hoogte tot boven
de eerste 2,5 meter markering en stopt. Hierna stijgt de helikopter 2,5 meter en stopt, vervolgens
vliegt het model 5 meter side in naar de tegenover liggende 2,5 meter markering en stopt. Hierna
afdalen tot 2 meter boven de 2.5m markering en stopt. Daarna hovert het model weer op 2 meter
hoogte het vierkant uit.
Bij alle stops dient men 2 seconden te hoveren.

7 .Staande figuur M ( Side in).(K1.5)

C-07
Hover figuur:
De helikopter stijgt side-in op tot 2 meter hoogte en stopt. Hierna hovert de helikopter achteruit tot
boven de vlag en stopt, Hierna stijgt het model 5 meter en stopt. Hierna diagonaal afdalen tot 2 meter
boven de landingscirkel en stopt. Daarna weer 5 meter diagonaal opstijgen tot boven de
tegenoverliggende vlag en stopt. Daarna recht afdalen tot 2 meter en stopt. Daarna terug hoveren tot
boven de landingscirkel en stopt. Daarna landt de helikopter .
Bij alle stops dient men 2 seconden te hoveren.

8 .Side-in Hover Diamond.(K1.5)

C-08
Hover figuur:
De helikopter stijgt side in op tot 2 meter hoogte , en stopt. Hierna stijgt het model 2,5m in een rechte
lijn diagonaal achteruit tot boven de vlag en stopt. Hierna stijgt het model 2,5m in een rechte lijn
diagonaal vooruit tot boven de landingscirkel en stopt. Daarna daalt het model 2,5m in voorwaartse
richting diagonaal af tot boven de tegenoverliggende vlag en stopt. Vervolgens daalt het model 2,5m
achteruit tot 2 meter boven de landingscirkel en stopt. Vervolgens landt het model.
Bij alle stops dient men 2 seconden te hoveren.

9 .Inverted Triangle.(K1.5)

C-09
Hover figuur:
De helikopter stijgt tail in op tot 2 meter hoogte en stopt. Hierna stijgt het model 2 m in een rechte lijn
diagonaal zijwaarts tot boven de linker -of rechter vlag en stopt. Hier maakt het model een pirouette
van 90 graden en stopt, dan vliegt het model side in, in een rechte lijn naar de tegenover liggende
vlag en stopt. Vervolgens maakt het model boven de vlag een pirouette van 90 graden tot tail in en
stopt . Vervolgens daalt het model 2 m tail in tot 2 meter boven de landingscirkel en stopt.
Vervolgens landt het model.
Bij alle stops dient men 2 seconden te hoveren.

10. Inverted Triangle met 180′ pirouettes (K2)

C-10
Hover figuur:
De helikopter stijgt tail in op tot 2 meter hoogte , en stopt, vervolgens maakt het model een pirouette
van 90 graden en stopt. Hierna stijgt het model voorwaarts (side in) 4 m in een rechte lijn diagonaal
zijwaarts tot boven de vlag en stopt. Hier maakt het model een pirouette van 180 graden en stopt,
dan vliegt het model side in, in een rechte lijn naar de tegenover liggende vlag en stopt. Vervolgens
maakt het model boven de vlag een pirouette van 180 graden en stopt . Vervolgens daalt het model 4
m side in tot 2 meter boven de landingscirkel en stopt. Hier maakt het model weer een pirouette van
90 graden en stopt vervolgens landt het model.
Bij alle stops dient men 2 seconden te hoveren.

11 Landingsvlucht (K1)

C-11
De landingsvlucht wordt van een vrij gekozen hoogte side in ingezet. Daarbij dient deze hoogte
tenminste 10 meter te zijn. Men dient in een rechte lijn onder een hoek neerwaarts te vliegen. Het
model stopt boven de landingscirkel op 2 meter hoogte, het model landt vervolgens in de
landingscirkel. Landingen buiten de landingscirkel leveren minder punten op.

12 Stall turn (K1.5)

C-12
Model vliegt horizontaal minstens 10 meter en vliegt nadat het de middellijn is gepasseerd vliegt
vervolgens een kwart looping tot verticaal. Als de helikopter stil valt,maakt het model een 180 graden
pirouette waarna het model na een herkenbare verticale vlucht een kwart looping vliegt tot
horizontale vlucht. Dezelfde radius en afstand moet gevlogen worden als in het begin van het figuur.
Na het passeren van de middellijn vliegt het model minstens 10 meter horizontaal op dezelfde hoogte
als bij aanvang van het figuur.

13. Looping (K1.5)

C-13
Model vliegt minsten 10 meter horizontaal en recht. Vervolgens wordt een looping gevlogen die
symmetrisch boven de middellijn ligt. De looping moet mooi rond zijn. Model vliegt nog minsten 10
meter horizontaal en recht na einde van de looping.

14. Roll (K1.5)

C-14
Het model vliegt minstens 10 meter horizontaal rechtuit en vliegt dan 1 roll, waarbij de lente as in de
vliegrichting blijft. Het model dient in inverted vlucht positie te zijn bij het overschrijden van de
middellijn. Vervolgens vliegt het model nog minstens 10 horizontaal door.

15 Split S (K1.5)

C-15
De Split S word hoog aangevlogen. Het model vliegt minstens 10 meter horizontaal en recht.
Vervolgens word de halve roll gevlogen tot inverted vlucht positie. De roll mag zowel vóór als voorbij
de middellijn gevlogen worden. Na het voltooien van de roll wordt de halve looping gevlogen tot
rechtop, waarbij het begin van de halve looping altijd na de middellijn begint. Vervolgens vliegt het
model nog minsten 10 meter horizontaal na het passeren van de middellijn.

16. 180′ Landingsvlucht (K2)

C-16
De landingsvlucht wordt van een vrij gekozen hoogte ingezet waarbij het model parallel vliegt aan de
flightline daarbij dient deze hoogte tenminste 10 meter te zijn. Bij het passeren van de centerline
vliegt het model een 180 graden bocht neerwaarts tot in de landingscirkel. Landingen buiten de
landingscirkel leveren minder punten op. Op het moment van de landing dient het model in de
middencirkel te staan parallel aan de flightline. Landingen buiten de landingscirkel leveren minder
punten op.

17. Pull Back (K2)

C-17
Model vliegt horizontaal minstens 10 meter en vliegt nadat het de middellijn is gepasseerd een kwart
looping tot verticaal. Als de helikopter stil valt, maakt het model een kwart voorwaartse flip tot
horizontaal en vliegt tegelijkertijd achterwaarts..Na het passeren van de centerline maakt het model
een kwart flip voorwaarts tot stilstaand, nose down waarna er voorwaarts aangedoken dient te
worden.Vervolgens een kwart looping tot horizontale vlucht met dezelfde radius en afstand als in het
begin van het figuur. Na het passeren van de middellijn vliegt het model minstens 10 meter
horizontaal op dezelfde hoogte als bij aanvang van het figuur.

18. Pushover met halve roll (K2)

C-18
Model vliegt horizontaal minstens 10 meter en vliegt nadat het de middellijn is gepasseerd eenkwart
looping tot verticaal. Als de helikopter stil valt maakt het model een voorwaartse flip van 180 graden,
hierna vliegt de helikopter een neerwaartse vlucht met daarin een halve rol. Om dezelfde hoogte als
waar het model was vliegt het model weer een kwart looping tot horizontale vlucht. Na het passeren
van de middellijn vliegt het model minstens 10 meter horizontaal op dezelfde hoogte als bij aanvang
van het figuur.

19. Autorotatie in rechte lijn (K2)

C-19
De autorotatie wordt van een vrij gekozen hoogte side in ingezet. Daarbij dient deze hoogte
tenminste 10 meter te zijn. Nadat de motor uitgezet is (elektro), of stationair loopt (brandstof), wordt
er via een rechte lijn een autorotatie gemaakt. De landing hoort in de landingscirkel te zijn. Landingen
buiten de landingscirkel leveren minder punten op.